KADELINK

Voor studie- en loopbaanadvies + human design:

Wie ben jij?

Als kleuter was ik al dol op honden. Mijn moeder heeft doodsangsten met me uitgestaan wanneer ik met open armpjes grote herders tegemoet liep. De liefde voor honden is nooit over gegaan. 

Flappie, Suzy, Boomer en Benji waren de eerste honden die ik liefhad. De trauma’s rond hun leven hebben diepe wonden geslagen en de wonden zijn nog steeds niet geheeld. Flappie werd geruild voor een cavia. Suzy werd weggeven. Boomer geraakte onder een auto, had daar een verlamd pootje aan overgehouden en werd vervolgens met een jachtgeweer doodgeschoten. Uren bracht ik als 8-jarig meisje door bij zijn graf waar ik zelf een kruisje en bloemetje voor had gemaakt. Benji werd terug naar het asiel gebracht, werd daar door mensen weer uitgehaald, vond de weg naar onze deur terug en werd maanden later overreden door een auto. Nooit werd aan mij als kind hierover mijn mening gevraagd. Gruwelijk. De pijn is nog voelbaar. Overigens wil ik wel verduidelijken dat mijn moeder -die me destijds opvoedde- steeds goed voor de dieren gezorgd heeft. De gebeurtenissen met de honden waren situaties waar zij zelf niets mee te maken had of waar ze door omstandigheden ook niet anders kon dan doen wat moest gebeuren.

Als student en jongvolwassene was ik vooral bezig met mezelf te zoeken. Er waren toen geen dieren in mijn leven. Nadien kozen we voor katten, paarden en ezels, maar diep vanbinnen bleef het verlangen naar het contact met een hond voelbaar.

In 2019 besloot ik niet meer te reizen met het vliegtuig (zolang daar geen milieuvriendelijkere oplossingen voor te vinden zijn). “Misschien is dit dan wel mijn moment voor een hond,” dacht ik. “Adopt don’t shop!” las ik op social media. Ik kon me daar wel in vinden. Ik ontdekte dat 1000-en honden een gouden mandje zoeken. Opeens herinnerde ik me een vakantie bij mensen in Portugal die honden opvingen. 

“Heb je een hondje dat bij ons zou kunnen passen,” vroeg ik. 
Leo werd aan ons voorgesteld. We wisten dat Leo’s zus al besproken was. 
“En het zusje dan?” vroeg ik. 

“Het is een setje,” zeiden ze in Portugal, “en ik plaats ze liever samen.”

We keken elkaar aan: “We nemen ze allebei!” 

Wow,… we namen ze dus allebei.

De Portugeesjes hebben drie jaar in een hondenhok gezeten bij mensen achteraan in de tuin. Ze kregen daar slechte voeding, hun drinkwater zag er groen uit en ze zaten vol teken.  Ze leefden tussen hun eigen uitwerpselen. We beseften: we hebben honden met een rugzak. Hoe zwaar die rugzak zou zijn? Geen idee, je weet niet waar je aan begint.
Leo en Mia zijn sinds september 2020 in België. Nee, het zijn geen Corona-honden die in een opwelling aangeschaft werden en die binnenkort weer weggedaan worden. Ze zijn met veel liefde en heel bewust bij ons gekomen. 

“Gooi je verwachtingen maar overboord,” zeiden enkele kenners. 

Verwachtingen had ik zeker: ik zou de honden meenemen naar mijn favoriete natuurplek vlakbij. We zouden lange wandelingen maken. Ze zouden me overal volgen, ze zouden luisteren en we zouden dikke vrienden zijn. 

“Doe de eerste maand niets,” zeiden kenners, “ze moeten wennen!” 

Ik begreep dat niet goed. Ik wilde zo graag wandelen. Ik volgde -zonder écht goed te weten waarom- het advies op. 

Mia plofte zich vanaf dag één in de zetel en was een lief en open hondje. Leo wou alles zien en horen en controleerde wat er gebeurde in huis. Overal zat hij op de eerste rij en hij leek moeilijker rust te vinden. Beide honden waren enorm angstig, maar uitten dat op een heel andere manier. Alles, maar dan ook echt alles was nieuw voor hen. Onze reis begon. Wat een avontuur. 

Nu waren we met vier, niet meer met twee zoals voorheen. Ons gezin telt vier gezinsleden. “Zonder het te beseffen hebben we nu toch ‘kinderen’,” zei ik. Shit!

“Moeten we nu naar de hondenschool?” vroeg ik me af. Gelukkig vond ik na een beetje zoeken de namen ‘David Pithie’ en ‘Geert De Bolster’ op het internet. Niet onze honden, maar ik ging naar ‘school’. De meest confronterende les, was les 1 bij ‘David Pithie’:

Waarom zou je een hond trainen? 
Om zijn gedrag te veranderen? 
Waarom moet ‘wie die hond is’ veranderd worden? 
Stel veel beter eens de vraag aan je hond: wie ben jij? 

We zijn nu 10 maanden verder en de afgelopen tijd hebben we alleen maar stil gestaan bij:
Leo, wie ben jij? 
Mia, wie ben jij?
En ook: wie zijn wij?

Wat er gebeurde was ongelooflijk. Leo en Mia kregen de ruimte om alles goed te observeren, om zichzelf te zijn. We hebben niets geoefend en niets getraind, maar toch zijn onze (toen!) zeer angstige honden nu op hun gemak bij ons. Zonder te trainen hebben we allerlei problemen overwonnen, als team: 

  • zindelijk worden
  • aan de leiband lopen
  • andere mensen en honden kruisen
  • in de auto zitten
  • bezoek ontvangen
  • buurhonden erbij nemen
  • alleen blijven
  • wennen aan de geur van everzwijnen

Ik weet nog hoe eng ik het vond om Leo letterlijk in de ogen te kijken. Hij kon dat niet aan, maar kwam telkens met zijn neus vlakbij de mijne. Spannende momenten. Ik wilde dolgraag naar mijn hondje kijken en toch ook niet, want we konden het (nog niet) aan. Nu kijken we elkaar aan en praten we met elkaar. 

“Ik vind die de grasmachine van de buurman eng, Ilse.” 
“Dat snap ik, mijn Schat, maar de buurman mag best zijn gras afrijden. Jij bent toch mijn stoere krijger. We kunnen dit aan, je zal zien.”

“Waarom lig jij nu ineens daar overdag en zit je niet in de zetel zoals anders?”
“Mensen verplaatsen zich wel eens, jongen. Er is me iets in mijn rug geschoten, ik moet even in bed liggen. Kom gewoon bij me, we kunnen hier samen zijn.”

Zo gaan onze gesprekken, heel liefdevol. Ik begin die (telkens weer andere) blik in zijn ogen te kennen. Ons vertrouwen in elkaar groeit elke dag. Onze reis is niet af. Onze liefde voor elkaar is groot en het liefst zijn we gewoon bij elkaar,… zoals een roedel straathonden in het warme zuiden gewoon wat bij elkaar ligt te bakken in de zon. 

En wat heeft dit hele verhaal met Kadelink te maken, waar het gaat over studieadvies en loopbaancoaching? Alles! Dit is mijn job. Me afvragen: wie ben jij? En daar heel duidelijke en gedetailleerde antwoorden op vinden. Te weinig kijken wij mensen naar elkaar met een échte interesse voor elkaar, voor wie we écht zijn en wat onze noden écht zijn volgens hoe ieder van ons als uniek wezen écht in elkaar steekt.

Mia is niet Leo. 
Mia ligt graag een ganse dag op de bank (die vloer in dat hok was wellicht heel hard,… “nu heb ik een zachte bank, jeuj”). Ze geniet van haar streepje zon op een dag. Ze is een levensgenieter, sloom, lief en aanhankelijk. Mia past zich voortdurend aan om de vrede te bewaren.
Leo is erg gevoelig, zorgzaam en energiek. Hij heeft overal een mening over en uit die ook. Leo is enthousiast en onstuimig. 
Leo en Mia vragen elk een andere aanpak.

Mathias is niet Vincent. 
En toch moet Mathias in hetzelfde hokje passen in ons huidige onderwijssysteem. 
Marie is niet Kaat.
En toch krijgen ze identiek dezelfde functieomschrijving in het bedrijf.

Mijn taak bij Kadelink bestaat erin je te helpen zicht te krijgen op wie jij bent zodanig dat jij aan ouders, leerkrachten, docenten, stagebegeleiders, werkgevers en bedrijfsleiders kan kenbaar maken wat je nodig hebt. Mijn taak is je meer helderheid te bieden zodanig dat je de juiste keuzes en beslissingen kan nemen die écht bij je passen. Dit alles doe ik op een heel gedetailleerde manier die bij momenten ook confronterend is, maar wel helend. Ik heb een neus voor wat jouw talenten zijn en hoe je die kunt ontwikkelen. 

Dus, als jij er klaar voor bent, ik ook!

Ilse Hendrickx
20 juni 2021

Talent Space
vorig bericht
We zijn allemaal uniek, we zijn allemaal anders!
volgend bericht